Als gemotiveerde klusser kan je gerust zelf met gyprocplaten aan de slag om een zolder af te werken of een voorzetwand te plaatsen voor die mooie inloopdressing. Onze gyprocman bij RBO binnenhuisafwerking geeft je graag enkele van zijn basisregels mee om de meest voorkomende fouten te vermijden.
Tip 1: zorg voor een stabiele ondergrond
Gipsplaten bevestig je best altijd op een stabiele ondergrond. Breng je de gipsplaten aan onder een dakconstructie? Gebruik dan een metalen of houten regelwerk om je gipsplaten op te monteren. Het kader dient om eventuele zettingen en spanningen van de dakconstructie op te vangen. Anders zal de spanning overgedragen worden op je gipsplaten dat kan leiden tot barsten.
Tip 2: Bepaal de dikte
Denk op voorhand goed na voor welke toepassing je de gipsplaten wilt gebruiken. Dunne gipsplaten zijn gevoeliger voor doorbuigingen waardoor je makkelijker rondere vormen kan maken zoals een gebogen scheidingswand. Heb je liever een stevige scheidingswand of zolderafwerking is het aan te raden om een plaat van minstens 12,5 mm dik te gebruiken op een draagstructuur uit hout of metaal.
Tip 3: Makkelijk schroeven in je gipsplaten muur
Soms wil je een stevige muur om twee kamers van elkaar te scheiden of omdat je kaders of kasten wil bevestigen aan je muur. Plaat dan een OSB paneel achter je gipsplaat. Je bevestigd ze met dezelfde schroeven aan de houten of metalen kader. De gipsplaat monteer je op dezelfde manier tegen de OSB aan. Zo heb je een stevige muur en hoef je niet aan de slag met gipsplaatpluggen telkens je een kadertje wil ophangen. Fijn toch?!
Tip 4: aansluiten op andere materialen? Gebruik een uitzetvoeg of wapeningsgaas
Vermijd dat een wand of plafond uit gipsplaten ‘ingeklemd’ geraakt tussen de andere bouwkundige vlakken van het gebouw zoals hout, steen of bestaande pleister. Daar waar een gipsplaat een ander bouwonderdeel raakt, zoals een bepleisterde muur of plafond, moet je vermijden dat de twee materialen elkaar raken. Zo loop je een pak minder risico op barstvorming, bijvoorbeeld door veranderingen in vochtigheid en temperatuur.
Voorzie hiervoor een brede en decoratieve voeg (de zogenaamde schaduwvoeg) of kit de voeg achteraf dicht met een overschilderbare elastische polymeerkit. Sluiten je gipsplaten aan op een ander materiaal (bvb houten balk) en is het de bedoeling dat later alles in 1 vlak wordt gepleisterd, breng dan een wapeningsgaas aan die deels op je gipsplaat en deels op het andere materiaal kleeft. De gaas zal eventueel zettingen of spanningen opvangen.
Tip 5: Nooit opvoegen bij koude weersomstandigheden
Het is geen goed idee om gipsplaten af te werken als de woning nog niet wind- en regendicht is of onder koude en vochtige omstandigheden. Dit kan leiden tot barstjes in en rond de voegen. Begin pas met het opvoegen en afwerken van de gipsplaten als de temperatuur en de vochtigheidsgraad van de ruimte optimaal is. Met andere woorden, zorg er dus voor dat je zolder of kamer geïsoleerd is en/of lichtjes verwarmd wordt om vorst-temperaturen te vermijden.
Tip 6: afwerken zonder primer? Geen goed idee…
Een gouden regel onder schilders: bestaat de ondergrond uit verschillende materialen, behandel dan het oppervlak eerst met een primer of een grondlaag. De gipsplaat en de pleister in de voegen is niet exact hetzelfde materiaal waardoor ze een verschillend zuigend vermogen hebben. Het verschil kan voor eventuele tint-verschillen zorgen wanneer je de definitieve verflagen aanbrengt.
Wil je liever behangen, heb je ook een primer nodig zodat de behangerslijm goed aansluit. Ook vermijd je dat het karton van de gipsplaat loskomt als je na enkele jaren je behangpapier wenst te vervangen.
Comments